Klaswerking

De kring

Elke dag wordt gestart met een kring, de duur daarvan varieert van dag tot dag. Afhankelijk van het lesrooster kan de kring ook plaatsvinden op een later moment van de dag.Op maandag wordt er gestart met het wisselen van de taken, op het magneetbord worden de namen van de kinderen doorgeschoven. Ze kiezen dus niet voor een taak, elk kindje zal dus eens voorzitter en verslaggever zijn.

Wanneer kinderen iets willen brengen in de kring duiden ze dit aan op een lijst. Hierbij kunnen ze kiezen uit: ik vertel, ik toon, ik lees voor, ik regel, theebabbel.
De voorzitter kiest de volgorde van wie aan bod komt.  Theebabbel kan enkel als er tijd over is. Wanneer iemand ‘ik regel’ heeft aangeduid dan moet die in die kring aan beurt komen. Wat hij of zij wil regelen moet wel in het klasraadschriftje staan. Geregeld is er ook een grote klasraad, deze gaat vaak over klasorganisatie, klasgebeuren (bijvoorbeeld het bespreken van mogelijke uitstappen, activiteiten), bespreken van Spiegelraad,... Kleine zaken worden onmiddellijk besproken.

De verslaggever maakt een mindmap van de kring.

maandag = praatronde

dinsdag = boekenronde

woensdag = actuaronde

donderdag = natuurronde/voorleesronde

vrijdag = techniekronde en muziekronde

Elke week vertellen twee kinderen over hun boek. Ze maken hier ook een verwerking van. In het begin van het schooljaar komen eerst de kinderen van het vierde leerjaar aan bod, zij weten reeds wat van hen verwacht wordt.Op donderdag is er natuurronde en actua. Wie natuurronde heeft kiest zelf een onderwerp en maakt daar een verwerking rond, bij de actua wordt een aspect van de actualiteit door een kind belicht.
Op vrijdag tonen de kinderen een proefje en  geven daarover uitleg aan de andere kinderen van de klas.
Op vrijdag is er ook muziekronde, vaak tonen kinderen dan een clipje op computer en geven ze er uitleg bij. Daarna gaan we misschien zelf aan de slag met instrumenten en ritme, en zingen we liedjes.

 Bijna alle dagen is er wel wat tijd over voor praatronde.

Wiskunde - wiskundig onderzoek.

De kinderen hebben geen wiskunde planning. Op hun algemene planning staat wel wat we die week zullen doen, dat ligt voor elke dag vast. De opdracht die voorzien is voor die dag moet ook die dag af zijn. Elke les start met een bespreking en wanneer de kinderen denken het te begrijpen start hun werktijd. In deze tijd werken ze zelfstandig aan taal, rekenen, project, kringen. Wanneer een les niet volledig klassikaal wordt besproken en opgelost volgt steeds een klassikale bespreking, verbetering.

De kinderen die voldoende tijd hebben werken met de correctiesleutels. Wanneer de kinderen van het derde leerjaar wiskunde hebben heeft het vierde leerjaar werktijd, nadien wisselt dit.
De kinderen krijgen ook een extra bundel met oefenstof waarin ze naargelang noodzaak zelfstandig in kunnen werken, ze mogen dit ook thuis doen.

Naast het levend rekenen uit het handboek hebben we ook oog voor problemen die voortkomen uit creaties die de kinderen maken. Foto's, tekeningen, objecten e.d. kunnen een aanleiding zijn om op een creatieve manier op onderzoek uit gaan.

Nederlands

De opdrachten die de kinderen krijgen zitten in een weekplanning. Vrij veel opdrachten kunnen ze zelfstandig of per twee uitvoeren tijdens de werktijd. Op het uurrooster aan het bord kunnen de kinderen volgen wanneer er werktijden zijn. Elke week zijn er ook een of meerdere klassikale lessen aan bord, op het uurrrooster staat wanneer die gegeven worden.

De leerstof wordt opgebouwd a.d.h.v. een stukje tekst van een kindje. Daaruit komt de spellingsmoeilijkheid waarrond die week zal gewerkt worden.

Het woordpakket: elke week krijgen de kinderen een woordpakket van 20 woorden rond een bepaalde spellingsmoeilijkheid, op vrijdag hebben ze daar dictee van. Het dictee bestaat uit 5 woorden en 5 zinnen.

Mogelijke andere opdrachten op de planning:

- alfabetisch rangschikken van het woordpakket

- opzoeken woordenboek

-10 zinnen maken met woorden van het woordpakket

- creatief schrijven (vrije tekst)

- werkblaadjes (spelling, woordleer, zinsontleding, werkwoordspelling)

- begrijpend lezen

- Kinderen hebben voor taal een kladschrift vrije tekst, een tekstenboek, een taalschrift (woordpakket, klassikale lessen) een map met werkblaadjes, een dicteeschrift.

Project

Klassikaal wordt gekozen voor een onderwerp dat we willen verdiepen. We bespreken wat we willen weten over het onderwerp en wat we willen doen. Nadien worden de taken verdeeld. Elk kind krijgt ook een individuele opdracht.
Ook groepsprojecten (per 4) of individuele projecten zijn mogelijk.
In de uren WO worden thema's aangebracht die weinig in project aan bod komen maar die toch leerstof voor het derde en vierde leerjaar zijn.

Hulp bij de kleuters

De eerste 5 maanden van het schooljaar is het vierde lj. verantwoordelijk voor het klaarzetten van het 10- uurtje bij de kleuters. Ze zijn verantwoordelijk voor een vaste klas gedurende de gehele periode. Na krokus is het 3e lj. verantwoordelijk. De kinderen doen dit om 9u30.

Turnen en zwemmen

De kinderen hebben elke week op maandag het 4e uur turnen. Afwisselend hebben ze op vrijdag zwemmen of op dinsdag een vierde uur turnen in de voormiddag.

Godsdienst/ zedenleer

Deze lessen vallen op donderdagnamiddag.